vv Zwaluwe 75 jaar, jubileummagazine

vv ZWALUWE 75 JAAR | 15 ONDERHOUDSCOMMISSIE Iedere week begint voor Kruithof hetzelfde. Tussen negen en half tien stapt hij de deur uit op weg naar de voetbal. Hij heeft dan al in zijn hoofd wat hem die dag te doen staat. “Ik zie altijd al wat ik morgen moet doen. Dat is altijd al zo geweest”, vertelt de 78-jarige Kruithof. “Als ik dat poortje binnenkom en ik zie vuil tussen de tegels, dan buk ik. Dan heb je werk. Als je vooruit kijkt en niet naar de grond, dan heb je geen werk en hoef je niks te doen.” Wegkijken is aan Kruithof niet besteed. Samen met de onderhoudscommissie steekt hij dagelijks de handen uit de mouwen. Hij zegt trots te zijn op het sportcomplex en het vrijwilligerswerk met plezier uit te voeren. “Ik ben blij dat ik het heb”, zegt Kruithof, die door zijn werkzaamheden veel onder de mensen is. “Je zet een bakje koffie en wie er komt drinkt een bakje mee. En dan ga je weer verder. Hoeveel uur ik hier in de week ben? Ik denk dat ik onderhand aan de dertig uur zit.” “Het is jammer dat hij er niet meer is, maar vroeger hielp Bas Beversluis altijd mee. Het is heel jammer dat hij is weggevallen, want hij was er altijd. Op hem kon je altijd rekenen”, vertelt Kruithof, die de afgelopen jaren verschillende vrijwilligers door overlijden zag wegvallen, zoals bijvoorbeeld Jaap Dudok. “Ook al een man die je zo mist”, zegt Van Leest, die net als Merks door Kruithof is gevraagd voor de onderhoudscommissie en zich bezighoudt met het onderhoud van de velden. Als de rechtsback van JO14 op zaterdag met een paar slidings het veld heeft omgeploegd, zorgt Van Leest er op maandag voor dat daar (bijna) niets meer van te zien is. Zijn werk bij de vereniging heeft ervoor gezorgd dat hij op een andere manier naar het verenigingsleven is gaan kijken. “Doordat je hier veel doet, ga je steeds meer op bepaalde dingen letten als je ergens anders komt. Vroeger had je er helemaal geen aandacht voor hoe de velden er bij andere verenigingen bij lagen. Nu zet je het altijd af tegen vv Zwaluwe, je eigen club.” “Als je nog voetbalt, kijk je niet naar hoe de kantjes van de velden eruitzien”, zegt Piet Lucas. Net als zijn collega vergelijkt hij het sportpark van vv Zwaluwe graag met dat van andere verenigingen. “Bij ons zijn de kantjes mooi, dat zie je bijna nergens.” Lucas kan het weten, want behalve vrijwilliger is hij ook een graag geziene supporter. Hij bezoekt met grote regelmaat uitwedstrijden van het eerste elftal. “De kantjes liggen er nergens zo mooi bij als hier, dat is een zeldzaamheid. Als wij ergens komen, dan denk ik wel eens: wat ligt het er bij ons netjes bij!” Van Leest: “Toen ik vroeger nog voetbalde was ik er niet mee bezig of de lijnen krom of recht waren. Maar tegenwoordig let je daar meer op. Het is net wat Piet zegt: die kantjes zie ik ook.” Net als de andere leden van de onderhoudscommissie kan Lucas het waarderen als er positief over het sportpark wordt gesproken. “Zo hier en daar zijn er supporters die het zien en zeggen dat het er bij Zwaluwe netjes bijligt.” Langer dan wie dan ook is de 81-jarige Lucas actief als vrijwilliger bij vv Zwaluwe. Al zestig jaar zet hij zich nog altijd vol passie in voor de club. “Er is nog één ding en dan wil ik eigenlijk helemaal stoppen”, vertelt Lucas. Het vernieuwen van de ballenruimte moet Piet zijn laatste kunstje worden. “We hebben die ruimtes gemaakt in een tijd dat alle teams nog maar drie ballen hadden. Destijds waren die kastjes groot genoeg. Tegenwoordig hebben teams meer ballen. Daar heb je hele mooie rekken voor en die zijn helemaal niet zo duur. Die zouden we zelfs nog zelf kunnen maken. En dan moet die ruimte ook nog een beetje worden opgeknapt. Het hoeft niet zo modern als de kleedkamers. Maar bijvoorbeeld met mooie steigerplanken, dan komt het al heel anders over.” Als Lucas vertelt over zijn laatste kunstje, grijpt Van Leest in. “Stoppen? Dat kan niet. Daar moet over gestemd worden. Nee, dat doen we niet Piet. Zomaar stoppen.” Er komt een dag dat Lucas zijn taken bij de vereniging neerlegt. Aan dat moment wil de onderhoudscommissie liever niet denken. Lucas zelf lijkt ook nog niet op dat moment te zitten wachten. “Ik doe niks anders. De voetbal is voor mij nog steeds alles. Ik ga wandelen, een rondje fietsen of ik ga naar de voetbal”, aldus Lucas, die vrijwel iedere dag zijn gezicht laat zien op de vereniging. “Zondag kom ik er niet altijd, dat zeg ik heel eerlijk.” Net als Lucas komt geen enkele vrijwilliger uit de onderhoudscommissie met tegenzin naar de vereniging. “Want als dat zo is, dan kun je maar beter stoppen”, zegt Merks. Zijn opmerking wordt breed gedragen door al zijn collega’s. Aan stoppen willen zij echter niet denken. Integendeel, zij zien liever dat nieuwe vrijwilligers zich aandienen zodat de ploeg wordt uitgebreid. “Als Adrie of Piet het niet doet, wie gaat het dan doen?”, uit Polak zijn zorgen. De onderhoudscommissie loopt al tientallen jaren rond op de vereniging en heeft in de loop der jaren veel zien veranderen. Veelal in positief opzicht. “Piet en ik hebben nog gespeeld met een bal met een veter erin. Destijds had je een stuk of vier ballen voor de hele vereniging. Daar moesten we het dan mee doen op de trainingen en tijdens wedstrijden”, vertelt Lucas. “Vroeger moesten eerst de koeien van het veld. Dan kon je ’s ochtends met een kruiwagen over het veld om de koeienvlaaien eraf te scheppen”, vult Van Leest aan. Polak benadrukt dat vroeger zeker niet alles beter was. “Als je ziet hoe de spelers nu behandeld worden en wat ze allemaal krijgen… Vroeger moesten wij alles zelf doen. Als je een nop kwijt was van je voetbalschoen, moest je er een halen bij een schoenmaker. En als je nu ziet hoe het er hier nu allemaal uitziet, dan ben ik misschien wel vijftig of zestig jaar te vroeg geboren. Met vroeger moet je eigenlijk niet meer vergelijken, maar je doet het wel eens.” Vooruitkijkend naar de toekomst hoeft Merks niet lang na te denken als de vraag op tafel wordt gelegd of de onderhoudscommissie nog een grote wens heeft. “Dat het eerste beter gaat voetballen”, zegt hij lachend. Lucas op serieuzere toon: “Een tribune langs het hoofdveld.” Hij neemt de tribune van ZVV Pelikaan als voorbeeld. De vereniging uit Zwijndrecht heeft van twee containers van veertig voet een tribune laten maken die plaats biedt aan ongeveer tweehonderd toeschouwers. “Dat zou ik het liefste hebben. Dan kun je ook eens een keer droog zitten.” Het voorstel van Lucas ziet de gehele onderhoudscommissie wel zitten. Graag zouden zij dan een vaste plek toegewezen krijgen op de tribune. “Ik zou er geld voor overhebben”, besluit Lucas.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=